DIRECT CONTACT 030 - 6977237

Volg ons op:

Een geschiedenis van kraaien

Modern en traditioneel, in de uitvaartbranche vind je het allebei. Onze heren dragen nog regelmatig klassiek een hoed en handschoenen, maar vrouwelijke dragers met een kleurrijk sjaaltje behoren nu ook tot de mogelijkheden. Eén ding is door de jaren heen altijd hetzelfde gebleven: het dragen van een kist is een groot voorrecht. Een laatste eer.

De eerste baar in de Middeleeuwen was niet meer dan een plank. De overledene werd los op deze plank gelegd, waardoor er voorzichtig gedragen moest worden. In het graf werd hij op wat stro gelegd. Pas in de 14e eeuw werden steeds meer mensen in een kist begraven. Vroeger was een doodskist geen ongebruikelijk voorwerp. Een boer had de eikenplanken al vanaf zijn trouwdag klaarliggen en bij een timmerman stond de kist al klaar in de werkplaats. Het doodshemd was het eerste wat een bruid maakte voor haar uitzet. Het werd bij de huwelijksnacht gedragen, om daarna gewassen in de linnenkast te wachten op de dood. Pas vanaf de 17e eeuw werd het gebruikelijk een kist te kopen na het overlijden.

Germanen droegen de overledene, bedekt in een mantel van dierenbont, met vier mannen op de schouder. In het Romeinse Rijk waren er geestelijken die de speciale taak hadden om doden te dragen. Zij ontvingen hiervoor speciale wijding van de bisschop en waren opgenomen in de rangen van de lagere geestelijkheid. In de noordelijke landen, ook in Nederland, was het dragen een plicht van de naaste familie en buren. Zonen en schoonzonen droegen vaak met zijn zessen de kist. Toen in de 14e eeuw de pest uitbrak vielen er zoveel doden dat het dragen voor burgers onmogelijk was geworden. Een speciale kloosterorde, de Cellebroeders, nam deze taak op zich. Zij kregen drie guldens voor een chique begrafenis in de kerk en dertig stuivers voor een uitvaart op het kerkhof. Later namen ambachtsgilden het over. De vaak senioren mannen van het gilde werden ook wel 'kraaien' genoemd.

Tegenwoordig is het aanbod van professionele dragers divers. Veel jonge mensen vinden het een flexibele, dankbare bijbaan tijdens hun studie. Zo zijn dragers onderdeel van de geschiedenis én de toekomst van de uitvaartbranche.

Bronnen:
Afbeelding: https://www.ensie.nl/funerair-lexicon/cellebroeders
Kok, H.L, Erfenis onzer voorouders, de Tijdstroom, Lochem, 1990
Uitvaartmuseum Totzover te Amsterdam.