Ferentes in de media

Aankomst van de stoet

Het ontvangst van de stoet is over het algemeen het eerste moment dat de familie en onze opdrachtgever de dragers zien. Het is dus van groot belang dat dit er keurig strak uitziet.

  • Bij aankomst van de stoet neem je ongeveer 20 meter voordat de rouwauto jullie bereikt, op commando van de voorman, tegelijk de hoed af.
  • Zodra de auto tussen jullie is gestopt en de UVL is uitgestapt (Soms is het gewenst de deur voor de UVL te openen) maak je op commando een buiging naar de overledene. De voorste 2 dragers draaien een beetje bij zodat zij daadwerkelijk de overledene groeten.
  • Na de groet sluit je op commando van de voorman aan bij de rouwauto (voorste bij de voorwielen, middelste bij de scheiding tussen de deuren, achtersten bij de achterwielen).  Je sluit direct in de looprichting aan.
  • Vervolgens doen jullie op commando de hoeden weer met twee handen op.
    Je loopt mee met de rouwauto totdat deze stopt. Zodra hij is gestopt ga je tegelijk met je gezicht naar de auto toe staan.
  • Indien de auto doorrijdt zonder te stoppen wordt de buiging overgeslagen en sluit je zo snel mogelijk aan bij de auto en doe je al lopend je hoed weer op.

Hoed

Hoeden worden nooit binnen gedragen. Om praktische onhandigheid te voorkomen worden de hoeden daarom bij kerkdiensten en voorafgaand aan de dienst op de begraaflocatie in de auto gelaten. Alleen als de begraafplaats direct naast de aula/kerk is wordt na afloop van de dienst met de hoed in de hand uitgedragen (zie: uitdragen uit begraafplaatsaula).
Voor de hoed geldt verder:

  • De hoed wordt met twee handen opgezet. De voorkant van de hoed wordt op de wenkbrauw geplaatst waarna je de hoed achter over je hoofd laat glijden. Er moet ongeveer een duimbreedte tussen de hoed en je oren zitten.
  • De hoed neem je altijd af met de hand die het dichtst bij de looprichting zit (altijd de kant van het voeteneinde). Je pakt de hoed vast ter hoogte van je oor, je neemt hem af en plaatst hem voor je buik.
  • Onderweg van je hoofd naar je buik draai je je pols 180 graden.
    Als je de hoed voor je houdt heb je de vrije hand naast je.