De gebruiken die er zijn bij een protestantse dienst worden ook toegepast bij niet-religieuze plechtigheden (bijvoorbeeld een dienst met een aantal sprekers en een paar stukken muziek).
- Bij een protestantse dienst staat de overledene tijdens de dienst met het voeteneinde naar de mensen toe.
- De kist moet daarom voorafgaand aan de dienst worden gedraaid.
- In de aula wordt direct doorgelopen naar voren. Wanneer er genoeg ruimte is wordt de kist eerst naar rechts gestoken waarna de overledene met het hoofdeind als eerste op de baar of schragen wordt geplaatst.
- Wanneer er niet geschouderd wordt maar de kist al vanaf achter in de kerk op de rijdende baar staat wordt deze naar voren gereden en voorin de kerk op de plaats gedraaid.
Voor in de kerk vindt altijd een vaste volgorde plaats:
- Eventuele kaarsen worden bij de kist geplaatst. Je zet ze ter hoogte van de handvatten en op een rechte lijn naast elkaar. Als er maar 4 kaarsen zijn blijven de middelste dragers staan tot de anderen de kaars hebben neergezet.
- Vervolgens wordt er een buiging naar de overledene gegeven.
- Na de buiging draaien we in de richting van de kleinsten en verlaten we met de kleinsten voorop de kerkzaal via de zijpaden.
- Indien er geen zijpaden zijn kan gewacht worden tot alle belangstellenden (die de dragers in het middenpad zijn gevolgd) zijn gaan zitten waarna jullie via het middenpad de kerk kunnen verlaten.