Over het algemeen worden de dragers ongeveer 5 tot 10 minuten voor het einde van de dienst uit de wachtkamer gehaald of opgepiept.
In de aula/kerkzaal stellen de dragers achteraan de zijpaden van de zaal op en wachten tot de UVL het teken geeft om naar voren te lopen. Zodra er gelopen wordt, lopen beide kanten gelijk met elkaar op naar voren. Voorin de aula/kerkzaal loop je vanaf de zijkant direct naar je eigen plek naast de kist toe.
Voorin de kerk vindt de vaste volgorde plaats:
- Bij de overledene wordt eerst een groet gegeven (naar de overledene of naar het altaar)
- Daarna worden kaarsen weggezet tegen het altaar en de eventuele bloemen uitgedeeld aan de familie. Ga bij het uitdelen van de bloemen zo direct mogelijk op mensen af. Kijk ze recht aan en overhandig de bloemen. Bij een afwachtende houding zal niemand de bloemen aannemen. Als je klaar bent met de kaarsen en/of bloemen ga je op je eigen plaats naast de kist terug staan.
- De kist moet gedraaid worden voordat hij uitgereden/ gedragen kan worden. Let bij het schouderen goed op: nooit boven een schaarwagentje schouderen.
- Buiten de kerk kan de overledene in de rouwauto worden geplaatst of direct doorgedragen worden naar de naastgelegen begraafplaats.